IBAN: NL72 SNSB 0935 2199 00
Kvk.: 09103771
Project locatie:
Donja Brusovača 8, 47220 Vojnić, KroatiëContact
Tja, dat was toch te gek? Grote goede Gerrit was niet meer welkom. En waarom niet? Omdat hij te groot was? Omdat hij soms wel eens wat omstootte? Nee, omdat er boze mensen waren die jaloers waren. Jaloers omdat Gerrit populair was. Iedereen hield van Gerrit. Behalve deze boze mensen van het stadsbestuur. De burgemeester had Gerrit willen houden. Ook hij hield van Gerrit. Maar de burgemeester was te bang. Die had die boze mensen nodig om burgemeester te kunnen blijven. Tenminste, dat dacht hij.
Hoe dan ook. Toen Gerrit niet meer in de stad kwam, kwamen er andere mensen naar de stad. En die hadden geen goede plannen. Dat waren boeven. En die hadden al heel snel in de gaten dat Gerrit er niet was. Er was nu niemand meer die hen een pak voor de broek gaf als ze iets steelden uit de winkel. Ze konden eigenlijk gewoon hun gang gaan. En dat deden ze dan ook. Ze werden steeds brutaler. Ze drongen voor bij de kassa en toen dat saai werd, lieten ze de oudere mensen voor gaan bij de kassa. En als die dan betaald hadden voor de boodschappen, dan pakten ze gewoon alles van deze arme mensen af. Het werd steeds leger op straat. Niemand vond het meer gezellig in de stad. Steeds minder mensen durfden de straat op en steeds meer winkels gingen dicht.
De burgemeester had het er heel erg moeilijk mee. Hij was ongelukkig. Gerrit moest terugkomen. Dat wist hij zeker. En toen hij zag hoe slecht het met zijn stad ging besloot hij dat hij Gerrit terug zou halen. Dan zou hij maar zijn baan verliezen. Maar zonder Gerrit, zou hij de hele stad verliezen en daarmee ook zijn baan.
En dus ging de burgemeester op de fiets naar Gerrit. Een beetje met knikkende knieen en een brok in zijn keel. Wat zou Gerrit zeggen? Zou hij terug willen komen? Wat denken jullie?
De burgemeester klopte op de deur en Gerrit reageerde een beetje mopperig. "Wie is daar!!", riep hij. De burgemeester schrok en zei zachjtes:"Ik ben het, de burgemeester." De deur zwaaide open en grote Gerrit stond daar en keek boos en verdrietig naar de burgemeester. "En, wat wilt u?", vroeg Gerrit. "Ik wil dat je terugkomt", zei de burgemeester, nog steeds heel erg zacht. Gerrit verstond hem niet en zei dat dan ook. "Ik versta er niets van" zei Gerrit, "als u maar niet denkt dat ik terugkom."
Oef dat was even schrikken en slikken voor de burgemeester. Wat moest hij nu doen? Hij probeerde het op een andere manier. "Gerrit, we hebben je nodig, en je krijgt een hele mooie nieuwe fiets als je weer terugkomt!", zei de burgemeester met een iets luidere stem. "Nee", zei Gerrit, "ik kom nooit meer terug, punt uit." - " Maar je krijgt ook een heel mooi salaris en een eigen chauffeur en een hele mooie mobiele telefoon!" - "Nee, ik kom niet", zei Gerrit weer. De burgemeester wist niet meer wat hij moest aanbieden en toen zei hij: "Je mag mijn baan hebben Gerrit, jij wordt burgemeester en je krijgt alles wat ik heb, als je maar terug komt." En wat denken jullie dat Gerrit zei? Zou hij nu terugkomen? Zou jij terugkomen als je Gerrit was?
Gerrit zei: "Nee." - "Nee, burgemeester, ik kom niet." - "Bedankt voor het aanbod, maar ik kom gewoon nooit meer." En boos en verdrietig, deed Gerrit de deur dicht voor de neus van de burgemeester......... Wat nu? Het was ineens heel erg stil in het bos. Zelfs de vogels maakten geen geluid. De burgemeester wist dat hij niet gewoon terug mocht gaan naar de stad. Gerrit moest terug. Maar wat moest de burgemeester dan nog doen? Wat kon hij nog doen? Wat wilde Gerrit eigenlijk? Het hoofd van de burgemeester draaide op volle toeren en toen ineens wist hij het......
Klop, klop, klop..... "Ja???", zei Gerrit. "Gerrit, het spijt me", zei de burgemeester met opnieuw een zachte stem. En ineens vloog de deur weer open! "Wat zei u?", vroeg Gerrit met een verbaasd gezicht, en hij boog zich voorover om de burgemeester beter te kunnen horen. "Het spijt me Gerrit, dat ik je heb weggestuurd." - "Ik ben dom geweest Gerrit" - "We waren goede vrienden en dat heb ik kapotgemaakt, wil je me dat vergeven en kunnen we weer vrienden zijn Gerrit?", vroeg de burgemeester. En het was net of de zon ineens achter de wolken tevoorschijn kwam. En misschien was dat ook wel zo maar het gezicht van Gerrit straalde nog meer dan de zon. "Jpeppieeeeee!!!!", riep Gerrit, "ik dacht dat u het nooit zou vragen!!!" - "Ja natuurlijk wil ik dat we weer vrienden zijn!!! En grote Gerrit omhelsde de burgemeester en duwde hem bijna plat en toen hebben ze samen thee gedronken en heel erg veel gelachen.
En de volgende dag kwam Gerrit naar de stad. Op zijn oude fiets want een nieuw hoefde hij niet. En alle bomen wuifden weer heen en weer als Gerrit langskwam en ook viel het rek met de frisdrank om maar de winkel eigenaar vond dat fantastisch. Want Gerrit was terug. En hij ging direct op boevenjacht en een paar had hij zo te pakken. Die kregen een pak voor de billen. Alle anderen waren al snel vertrokken. En zo keerde de rust terug. Want Gerrit was weer welkom.
Wat kunnen we hier nu van leren? Jalouzie is niet goed. Ok. Maar dat wisten we eigenlijk al. En Gerrit was natuurlijk veel te groot maar zonder Gerrit kunnen we niet. En sommige mensen zijn te klein of te dun of te dik of te grappig of luidruchtig of misschien gewoon veel te saai. Maar we kunnen niet zonder hen. Maar het belangrijkste wat we van dit verhaal kunnen leren is dat vriendschap belangrijker is dan mooie kado's en een nieuwe mobiele telefoon. Vriendschap krijg je daardoor niet. Echte vrienden zijn mensen die kunnen vergeven en die om vergeving durfen vragen. En als je iemand kwetst, ga dan niet mooie dingen aanbieden, maar zeg gewoon, sorry. Zorg dan wel dat je het meent. Net als de burgemeester.
Groeten van Meindert!
Vlakbij een klein stadje woonde een grote man. Hij heette Gerrit. Gerrit was niet gewoon groot maar HEEL ERG GROOT! Gerrit was heel aardig. Iedereen hield van Gerrit. Hij deed geen vlieg kwaad. Gerrit was bijna altijd vrolijk en als hij door de straten liep dan dreunde de grond en trilden de ramen. Soms ging er dan wel eens een raam kapot. Ook viel er wel eens een lantaarnpaal om of zo iets als Gerrit voorbij kwam maar Gerrit deed niets hoor. In de winkels was Gerrit wel eens een probleem. Dan viel er wel eens wat om. Het rek met frisdranken bijvoorbeeld. Dat was een beetje vervelend maar Gerrit kon er niets aan doen. Hij was gewoon een beetje te groot. Gerrit woonde in een huisje vlak bij de stad. In het bos.
Gerrit had heel veel vrienden in de stad. Maar toch was niet iedereen een vriend van Gerrit. Nee, de mannen van het stadsbestuur hielden niet zo van Gerrit. De burgemeester wel maar die was een beetje bang van het stadsbestuur. Maar waarom hielden deze mannen niet van Gerrit. Gerrit deed toch niets fout? Nee, maar deze mannen waren jaloers..... en dat is nooit goed. Deze mannen wilden belangrijk zijn, belangrijker dan Gerrit. Maar iedereen hield van Gerrit en niet iedereen hield van de mannen van het stadsbestuur. Dus (zo gaat dat met mannen die samen jaloers zijn), deze mannen maakten een plan en zij gingen daarmee naar de burgemeester.
- Burgemeester, zeiden zij, Gerrit mag niet meer in de stad komen. De burgemeester was heel erg verbaasdd. Zijn bril zaktje helemaal tot het topje van zijn neus. Gerrit? Niet in de stad? Maar ik houd van Gerrit.... eeeu, ik bedoel: alle mensen houden van Gerrit! - Ja da kan wel zijn, zeiden deze belangrijke mannen, maar Gerrit maakt alles stuk. Vorige week is er nog een lantaarnpaal omgevallen en deze week is alle frisdrank van Albert de Boer omver gevallen. Door Gerrit. Dat kan niet zo langer. Als Gerrit hier blijft dan gaat de hele stad kapot en DAN STEMMEN WIJ NIET MEER OP JOU!!!!!
De burgemeester schrok. Als deze mannen niet meer op hem zouden stemmen, dan was hij zijn baan kwijt en was hij niet meer burgemeester. Hij wilde toch wel graag burgemeester blijven. Dan moest hij wel naar deze mannen luisteren! Wat moest hij doen!
De burgemeester deed toen wat hij niet had moeten doen. Hij ging de stad uit, naar Gerrit toe. Hij was een beetje bang van Gerrit maar hij was nog banger van deze belangrijke mannen. Hij kwam bij het huisje van Gerrit en klopte aan. Gerrit gooide de deur open, zag de burgemeester en kreeg een hele grote lach op zijn gezicht. Hij was blij de burgemeester te zien. - Kom binnen! zei Gerrit, wat leukt dat u bij mij komt. Ik ga direct thee voor u maken. - Eeuu, euuu, mompelde de burgmeester, doe maar niet...... - Koffie dan? - Nee, doe maar niets. Ik moet je iets vervelends vertellen Gerrit. Gerrit keek vriendelijk naar de burgemeester en zei: - nou zeg maar hoor, tegen Gerrit mag u alles zeggen. Gerrit is er om u te helpen.....
En toen heeft de burgemeester tegen Gerrit gezegd dat hij niet meer welkom was in de stad. Gerrit zei niets meer. Hij kreeg alleen en hele grote traan in zijn linkeroog. Hij ging zitten op een stoel en keek wazig voor zich uit. Gerrit mocht niet meer naar de stad......
De volgende dag was het rustig in de stad. Gerrit kwam niet. De straten waren stil zonder Gerrit. Vreemd zo zonder Gerrit. Saai ook. De mensen misten Gerrit. Gerrit was altijd zo vrolijk en vriendelijk........ Maar s'avonds werd het inneens drukker in de stad. Er kwamen mensen die men nog nooit had gezien. Ze liepen door de straten en keken de hele tijd om zich heen. Ze zagen er niet vriendelijk uit. Ze kochten niets, ze praatten met niemand. En toen iedereen s'avonds naar bed was gegaan, hebben deze vreemde mensen ingebroken in de winkels. Het waren dieven!
En de dieven bleven. Eerst gingen ze alleen s'nachts inbreken, maar toen ze hoorden dat Gerrit er niet meer was, toen kwamen ze ook overdag. En dan liepen ze de winkels binnen, duwden alle mensen opzij, en ook het rek met frisdrank en namen ze alles mee wat ze wilden. En ze betaalden nooit. Iedereen was bang van deze dieven, ook de politie.
(Wordt vervolgd)
Wat was vandaag het verhaal? Had geen idee. Dacht aan een schaapje. Schaapje kreeg geen extra naam. Gewoon schaapje. En schaapje die zei altijd hetzelfde: beeeh, beeeh. Ja, hij kon niet anders. Mensen wel. Die maakten allemaal geluiden. En koeien? Ja die zeggen boeeeh. Maar schaapje kon alleen maar beeh, beeh zeggen. En hij was daar verdrietig om.
Nu had schaapje een baasje en die heette Pietje. En Pietje zag dat schaapje verdrietig was. Waarom?
- zeg me eens wat er aan scheelt schaapje? Waarom ben je verdrietig?
- beeh, beeh....
- ach ja, konden we maar praten. Maar jij kan alleen maar beeh, beeh zeggen....
- beeh, beeh, zei het schaapje. Want schaapje kon niets anders.
Pietje en schaapje praatten wat en toen zei Pietje met een zucht:
- kon jij maar wat anders zeggen dan beeh, beeh....
- BEEEEEEEEEEEEEHHHHHH!!!!, riep het schaapje!
En Pietje had het begrepen! Schaapje vond het ook erg!
- He, zal ik je eens een andere geluid leren?, vroeg Pietje.
- BEEH, BEEH, zei het schaapje driftig.
- Ik leer je gewoon elke dag een andere klank en dan kunnen we praten! We beginnen met......eeuhhh... eeeuhhh...... En toen hoorde Pietje een koe loeien en wist hij het: BOOEEEH!
Pietje en schaapje oefenden de hele dag maar zonder resultaat. Elke keer als Pietje Boeh zei, zei schaapje - beeh, beeh, want hij kon niet anders. En Pietje verzuchtte:
- ach schaapje, dat ga je nooit leren....
- het schaapje knikte instemmend en zei verdrietig...... boe, boe...
- WAT ZEI JE DAAR! riep Pietje!
- Boe, boe, BOOOEEEEE, BOEEEE.......!!!!!!
Het schaapje kon er niet meer mee stoppen. Hij was zo blij. Hij rende naar buiten en rende als een dolle in het rond. Hij was helemaal overstuur. Hij rolde over het gras, hij rende heen en weer, over een heuvel, andere heuvel, langs een paar bomen sprong over een paar stronken wilde het grote nieuws direct aan papa en mama gaan vertellen.
Maar wacht eens. Waar waren papa en mama? Waar was schaapje? Hij was de weg kwijt geraakt! Nu snel terug. Schaapje begon terug te rennen en struikelde over een steen, rolde van de heuvel af, zo en greppel in. Hij viel op zijn rug, in het water en kon niet overeind komen. Zijn vacht was te zwaar geworden door het water....
En wat doe je dan? Dan roep je om hulp. Schaapje deed dat ook. Hij riep: Boee, booee, BOEEEEEE..... en nog een keer: Boee, booee, BOEEEEEE..... maar het bleef stil. Er kwam geen enkel schaap om hem te redden....
Ja die schapen hoorden hem wel, maar die dachten: ach weer zo'n gekke koe.... en ze graasden rustig verder.....
Schaapje werd bang, niemand zou hem komen redden. En hij begon te huilen, boeee, boee, boeeeee, beee, beeeh , BEEEEEHHHHH......!!!! Ja nu klonk hij weer als een schaap! Dat voelde goed. En schaapje begon nog harder te blaten: BEEEH, BEEEEEEEEHHHHH!!!!! En ja hoor, het duurde niet lang of daar kwamen alle schapen aan om hem te redden. Snel hebben ze hem uit die greppel geduwd.
En schaapje? Die wilde nooit meer wat anders kunnen dan lekker blaten.
En wat kunnen we hier nu van leren? Nou dat God jou heeft gemaakt zoals je bent. Heb je bruine ogen? Dan heeft Hij dat bedacht. Kan je alleen maar blaten? Dan is dat goed. Kan je niet goed zingen? Nou dan hoef je niet verdrietig te zijn want dan is er iets anders dat je heel goed kan. Maar je mag blij zijn met hoe je bent gemaakt.
En toen gingen we slapen. (Samuel en Emma tenminste)